Is droge ogen erfelijk?
Vaak krijg ik van patiënten de vraag of droge ogen een erfelijke aandoening is. Veel patiënten herkennen de klachten van hun moeder of (minder vaak) van hun vader. Om deze vraag uit te zoeken hebben we in 2015 een grote tweelingstudie verricht in Engeland. We keken daarbij of het hebben van droge ogen vaker gezamenlijk voorkomt in 1-eiïge tweelingparen dan in 2-eiïge tweelingparen. Omdat 1-eiïge tweelingen 100% van hun genen gemeen hebben en 2-eiige tweelingen slechts 50%, kun je zo de mate van erfelijkheid bepalen.
Uit onze studie bleek dat droge ogen klachten voor 30% erfelijk is.[1] Dit houdt in dat van de variatie in klachten binnen een bevolking 30% te verklaren valt door genetische factoren. De overige 70% van de variatie in klachten binnen de bevolking is te verklaren door verschillen in omgevingsfactoren, zoals dieet, beeldschermwerk, airconditioning, type beroep, en medicatiegebruik. Ooglidrandontsteking (blefaritis), de meest belangrijke oorzaak van droge ogen, bleek veel meer erfelijk: hier vonden we een erfelijkheid van 75%. Ter vergelijking: andere veelvoorkomende oogaandoeningen zoals maculadegeneratie (netvliesslijtage) en staar hebben een erfelijkheid van rond de 50 tot 70%. Bij deze aandoeningen speelt genetische aanleg dus een veel belangrijkere rol en hebben andere factoren en keuzes gedurende je leven minder invloed.
Concluderend: droge ogen is dus deels erfelijk, maar erfelijkheid speelt in vergelijking met andere oogziektes een kleinere rol bij droge ogen. Omgevingsfactoren lijken belangrijker bij het ontstaan van droge ogen klachten, hiermee is dus ook waarschijnlijk veel winst te behalen bij de behandeling van de aandoening. Bij blefaritis (ooglidrandontsteking) lijkt erfelijkheid wel een grote rol te spelen.
[1] Vehof J, Wang B, Kozareva D, et al. The heritability of dry eye disease in a female cohort. Invest Ophthalmol Vis Sci. 2014 Sep 23;55(11):7278-83.